Op de tweede dag van Dövas Dag, de dovendag van Zweden op een cruiseschip, staan infostands en culturele activiteiten op het programma. Visual Box, een doofgeleide mediabedrijf uit Vlaanderen, kijkt vooral op naar Zweden als voorbeeld voor dove kunst en media. Daarom heeft Visual Box de kans aangegrepen om dit evenement bij te wonen en te onderzoeken waarom de media en cultuur voor doven in Zweden zo vergevorderd zijn in vergelijking met Vlaanderen.
Zweedse Gebarentaal in mediawetgeving
In Vlaanderen wordt de publieke omroep VRT (Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie) gefinancierd door de Vlaamse overheid. In de beheersovereenkomst, die om de vijf jaar wordt herzien, worden afspraken tussen de Vlaamse overheid en de VRT vastgelegd. Sinds 2012 is vastgelegd dat het dagelijkse journaal om 19.00 uur toegankelijk moet zijn met (horende) tolken Nederlands – Vlaamse Gebarentaal, evenals een nieuwsprogramma voor kinderen met dove tolken.
In Zweden worden drie verschillende publieke omroepen gefinancierd door de overheid: SR (Sveriges Radio, nationale radio-omroep), SVT (Sveriges Television, nationale televisieomroep) en de educatieve omroep UR (Utbildningsradion). De mediawetgeving in Zweden vereist dat SVT en UR regelmatig programma’s in Zweedse Gebarentaal produceren en uitzenden. Visual Box viel op dat deze programma’s uitsluitend door dove mensen worden gemaakt, wat verschilt van de aanpak van de VRT, waarbij gebarentaaltolken worden ingezet in reguliere programma’s die door horende en niet-gebarentalige medewerkers worden gemaakt. Bijvoorbeeld, op SVT worden van maandag tot vrijdag tien minuten nieuwsuitzendingen in Zweedse Gebarentaal gepresenteerd door dove presentatoren. Daarnaast zijn er diverse programma’s voor alle leeftijden, zoals een kookprogramma dat, ter gelegenheid van Dövas Dag 2024, live vanaf het cruiseschip werd opgenomen en uitgezonden op de Zweedse televisie. “We moeten de programma’s voornamelijk in Zweedse Gebarentaal produceren en deze voorzien van ondertiteling om de toegankelijkheid voor een breder publiek te vergroten,” legt Martina Glovestam Kvist, een medewerker van UR, uit.
Programma’s van, voor en over doven
Deze brede scala aan programma’s in Zweedse Gebarentaal biedt mooie werkgelegenheid voor dove en slechthorende medewerkers in de media in Zweden. Op zowel SVT als UR werken ongeveer 15 tot 20 gebarentalige medewerkers, waarvan de meeste doof zijn. “Bovendien is onze baas ook doof,” voegt Niclas Martinsson, dove vertegenwoordiger van UR, enthousiast toe.
In de jaren ’90 bestond Tyst Teve, Zweeds voor “dove televisie”, voor het eerst. “Dit werd geproduceerd door de Zweedse dovengemeenschap zelf voordat SVT dit overnam,” legt Elias Tebibel, een dove mediamedewerker van SVT, uit. De programma’s van SVT in Zweedse Gebarentaal worden niet alleen door dove mensen bekeken, maar trekken ook steeds meer horende kijkers, wat het bewustzijn over de dovengemeenschap vergroot. “Onze programma’s zijn niet alleen voor dove mensen, maar over hen,” legt Matilda Bergman Bergkrantz, een dove medewerker bij SVT, uit. “Zo produceren we bijvoorbeeld een leuke datingshow, maar deze bevat ook informatie over de dovenwereld.”
In Vlaanderen wordt al decennialang vanuit de dovengemeenschap gevraagd om programma’s over doven. Het is Visual Box slechts twee keer gelukt om twee van haar jeugdprogramma’s in Vlaamse Gebarentaal uit te zenden op de nationale televisie, maar dit was sporadisch. Terwijl doofgeleide mediabedrijven in Vlaanderen het gevoel hebben weinig vertrouwen van de publieke omroep VRT te krijgen, is dit in Zweden anders. Mona Riis, CEO van het doofgeleide mediabedrijf Teckenbro, waar de medewerkers van SVT vaak opdrachten uitbesteden, legt uit: “Het deaf ecosysteem is echt belangrijk. Dit merkte ik al een tijdje, net als hier op de infostands van de Dövas Dag. Het dove publiek steunt eerder de dove bedrijven hier en is vaak terughoudend en wantrouwig tegenover horende bedrijven. Dove bedrijven genieten dus veel steun van de dovengemeenschap hier.”
Structurele ondersteuning voor Zweeds doventheater
Vorig jaar organiseerde Visual Box in samenwerking met het Vlaams Gebarentaalcentrum voor het eerst een Gebarenfestival, waar het publiek voor slechts één avond kon genieten van verschillende kunstperformances in Vlaamse Gebarentaal. De vraag is of er voldoende financiële middelen zijn om dit regelmatiger te organiseren. Bovendien zijn de meeste doventheaters, vaak verbonden aan lokale dovenclubs, in Vlaanderen opgedoekt. In Zweden is het echter wettelijk verankerd om ondersteuning te bieden aan Zweeds doventheater. Ylva Björklund en André Jensen van Tyst Teater, een gezelschap van de nationale theaterorganisatie Riksteatern in Zweden, lichten toe: “Om onze kunst in gebarentaal toegankelijk te maken voor een breder publiek, schakelen we ook horende acteurs in. Wanneer we met ons theatergezelschap willen optreden in verschillende cultuurhuizen, zijn ze vaak terughoudend als het volledig in gebarentaal is omdat ze denken dat dit minder publiek zou aantrekken. Daarom betrekken we horende mensen. Het zijn geen tolken, maar horende acteurs die mee op het podium spelen.”
Een Les voor Vlaanderen
De inzichten die Visual Box heeft opgedaan tijdens Dövas Dag kunnen van groot belang zijn voor de verdere ontwikkeling van de dove kunst en media in Vlaanderen. “Wat we vooral moeten onthouden, is dat inclusie niet per se betekent dat we naar mainstream media of theater moeten kijken met een gebarentaaltolk,” legt Jaron Garitte van Visual Box uit. “Het kan ook andersom: een theater of media over doven, maar ook toegankelijk voor horende kijkers.”
Op 15 september om 10.00 uur komt het cruiseschip weer aan in Stockholm, wat betekent dat er een einde komt aan Dövas Dag 2024 in Zweden. Blijf Deaf Journalism Europe (DJE) volgen voor meer updates over hoe onze partners de dovengemeenschappen in andere landen onderzoeken.